Op 18 oktober 1680 overleed koopman Barent Helleman. Hij
liet zijn vermogen van 90.000 gulden na aan de Amsterdamse Diaconie. Met dit
geld werd begonnen met de oprichting van een tehuis voor ‘oude besjes.’ De stad
schonk een stuk grond en stadsbouwmeester Hans Jansz. van Petersom werd in de
arm genomen voor het ontwerp. In 1683 volgde de oplevering van het ‘Diaconie
Oude Vrouwen Huys’, met een strenge, 102 meter brede gevel. Daarachter was
plaats voor vierhonderd vrouwen. In de twee zijvleugels van het gebouw waren ‘chambrettes’
ingericht, kamers waar de dames woonden. In 1817 kwam er ook opvang voor oude mannen.
Tot in de twintigste eeuw was de kerkzaal de op één na
grootste zaal van de stad. Behalve dat er iedere zondag een kerkdienst was en
er dagelijks werd gegeten door de bewoners, vonden hier officiële feesten en
ontvangsten hoogwaardigheidsbekleders plaats. Leden van het Koninklijk Huis en
Sir Winston Churchill zetten voet in het gebouw aan de Amstel, dat in 1953 de
naam ‘Amstelhof’ kreeg.
In de loop der jaren zijn er nogal wat verbouwingen geweest.
Al vroeg bleek de originele keuken te klein en kwam er een nieuwe in de kelder.
Die keuken is nog steeds in originele staat te bezichtigen in de Amstelvleugel,
vlak bij de gereconstrueerde Regentessenkamer. In 1860 werd centrale verwarming aangelegd; de
allereerste ter wereld. Van 1970 tot 1979 vond een grootscheepse verbouwing
plaats. Maar nog geen twintig jaar later bleek dat, ondanks deze verbeteringen,
het gebouw niet meer voldeed aan de
eisen voor passende pleegzorg. In 2007 zouden de laatste bewoners worden overgeplaatst
naar andere tehuizen. Dat was lang nadat Ernst Veen, directeur van De Nieuwe
Kerk, het idee had opgevat om Amstelhof een nieuwe bestemming te geven: partner
van de Hermitage St.-Petersburg. Een plek voor tentoonstellingen van kunst uit
de onmetelijke – ruim drie miljoen objecten – schatkamer van dat Russische
museum.
De ombouw tot een state
of the art museumgebouw duurde van 2007 tot 2009. Architect Hans van
Heeswijk ontwierp het gebouw, Merkx+Girod architecten het interieur en Michael
van Gessel de tuin. De buitenkant is streng classicistisch gebleven –wel van
alle latere verflagen ontdaan – maar van binnen is het een geheel nieuw, open
en licht gebouw geworden. De Hermitage Amsterdam werd op 20 juni 2009 voor
publiek geopend met de tentoonstelling Aan
het Russische hof.