Hermitage Amsterdam is nu H’ART Museum. Je wordt nu doorgestuurd naar de website van H’ART Museum.
Hermitage Amsterdam is now H’ART Museum. You will now be redirected to the H’ART Museum website.
©
Tsaar Nicolaas II en tsarevitsj Aleksej, ca. 1910 © GARF, The State Archive of the Russian Federation, Moscow

‘Voor mij is de Keizer een onoplosbaar raadsel’

Nuchtere blik jonge koningin Wilhelmina op tsaar Nicolaas II
Onderzoek Alexander Münninghoff gepubliceerd in boek 1917. Romanovs & Revolutie

Amsterdam, 23 januari 2017

Schrijver Alexander Münninghoff deed voor de Hermitage Amsterdam onderzoek in het Koninklijk Huisarchief naar de band tussen koningin Wilhelmina en tsaar Nicolaas II, die zich kenmerkte door loyaliteit, maar ook door nuchterheid.

De vorstin was via haar grootmoeder Anna Paulowna een bloedverwant van de Romanovs, een sterke familieband die de relaties decennialang bepaalde. Wilhelmina bleef loyaal aan de Romanovs, de communisten zag ze in de eerste plaats als tsarenmoordenaars. Inderdaad hadden de bolsjewieken de tsaar en zijn gezin vermoord, in 1918. Pas in 1942, als laatste in Europa, gaf de koningin goedkeuring aan erkenning van de Sovjet-Unie.
Anderzijds spreekt uit twee door haarzelf in 1902 met potlood volgeschreven schriften, later gepubliceerd als 'Regeeringsherinneringen', weinig vertrouwen in de beweegredenen van de tsaar toen die in 1898 zijn ‘Vredesboodschap’ en oproep tot een Vredesconferentie de wereld in stuurde. De organisatie van de conferentie werd Nederland toebedeeld. De reactie van de koningin, toen nog geen achttien jaar oud, getuigde van politiek begrip, maar de boodschap van de tsaar ‘…wekte bij mij niet eens een medelijdend schouderophalen; immers het was niet te verwachten dat deze vroome menschen verder zouden komen dan vroome woorden…’. ‘Hoe gaarne had ik dan ook aan ieder die het horen wilde gezegd hoe weinig sympathie ik voor de idealen van den Keizer van Rusland gevoelde; maar ik mocht niet spreken, ik moest mijn rol spelen en doen alsof ik met de ontwapeningsvoorstellen instemde’.

De conferentie vond in 1898 plaats in Den Haag. Erop terugblikkend schreef de koningin: ‘Het volk was wel enthousiast.., ‘… Dit alles koste aan mijn zak meerdere duizenden..’. ‘… Bij mij rees de vraag, is Keizer Nikolaas te goeder trouw? Is het mogelijk dat een vorst een zoo weinig praktische blik heeft dat hij zulke idealistische pogingen waagt? Hadden zijne moeder of zijne vrouwe hem daartoe bewogen? Of was het ter bereiking van politieke doeleinden dat het vredewoord gesproken is? Voor mij is de Keizer een onoplosbaar raadsel’.
Nicolaas II slaagde er in zijn zin door te drukken, gedreven als hij was als toegewijd christen door de oude visie binnen de Romanovfamilie, dat hij als vredevorst verplicht was de mensheid voor een wereldoorlog te behoeden. In 1907 werd de tweede Vredesconferentie gehouden, ook in Den Haag. De derde stond gepland voor 1915, maar ging niet door omdat de Eerste Wereldoorlog al woedde.

Boek nu voor de meivakantie

Laatste kans voor Caesar tentoonstelling